De grootste breuk in de geschiedenis

04-06-2025

De Breuk tussen God en Mens
 

Overdenking 4 – Genesis 3

In deze vierde en laatste overdenking over de eerste mens kijken we naar het moment waarop er iets misgaat tussen God en de mens. Het verhaal uit Genesis laat zien hoe een diepe breuk ontstaat—maar ook hoe God al vanaf dat moment werkt aan herstel.

God zoekt de mens op

"Toen zij het geluid van de Heer God hoorden, die in de tuin wandelde in de avondkoelte, verborgen de mens en zijn vrouw zich voor de Heer God tussen de bomen."
Genesis 3:8

Wat een bijzonder beeld: God wandelt in de avondkoelte door de tuin. Het klinkt als een Vader die zijn kinderen zoekt voor een rustige wandeling. Er is iets vertrouwds, intiems—een teken van nabijheid en relatie.

Maar de reactie van de mens is schrijnend anders: ze verstoppen zich.

Waarom? Kort daarvoor hebben ze gegeten van de boom waarvan God had gezegd: "Doe het niet." Hun ogen zijn opengegaan, maar het brengt geen verlichting of vrijheid. In plaats daarvan voelen ze schaamte. De openheid en het vertrouwen maken plaats voor angst en afstand.

Voor het eerst voelt de mens zich schuldig. En in plaats van naar God toe te gaan, trekken ze zich terug. De relatie – ooit vol vertrouwen – is beschadigd.

Verwijderd uit de tuin

"Zo stuurde Hij de mens weg. Aan de oostkant van de tuin van Eden plaatste Hij engelen met een flitsend, vurig zwaard. Zij bewaakten de toegang tot de boom van het leven."
Genesis 3:24

De gevolgen zijn diepgaand: de mens moet de tuin verlaten. De toegang tot de boom van het leven wordt geblokkeerd. Eeuwig leven is niet langer binnen handbereik.

Dit klinkt hard – en dat ís het ook – maar het is niet alleen straf. Het is ook bescherming. Stel je voor dat de mens in zijn gebroken toestand van die boom zou eten: dan zou het kwaad, de schuld, het lijden – voor altijd vastliggen.

Daarom grijpt God in. De engelen en het vlammende zwaard laten zien hoe ernstig dit moment is. De mens kan niet zomaar terug. De weg naar het leven is afgesloten.

Rechtvaardigheid én genade

Toch is dit niet het einde van het verhaal. In Gods besluit klinkt zowel rechtvaardigheid als genade door. De weg terug is niet eenvoudig – maar God sluit die weg niet af. Integendeel: Hij bereidt een nieuwe weg.

"Ik ben de weg, de waarheid en het leven. Niemand komt tot de Vader dan door Mij."
Johannes 14:6

In Jezus opent God opnieuw de toegang tot de boom van het leven.

De breuk en de hoop

De keuze om van de boom te eten was geen onschuldige nieuwsgierigheid. Het was een daad van verzet: de mens wilde zelf bepalen wat goed en kwaad is. Maar die vrijheid, zonder verbondenheid met God, leidt niet tot leven. Het leidt tot oordeel, tot pijn – en tot vervreemding.

Sindsdien leeft de mens in een soort ballingschap: ver van huis, ver van God.

Toch eindigt Genesis 3 niet in wanhoop. De gesloten toegang is geen definitief einde, maar een tijdelijke pauze.

De boom keert terug

Aan het eind van de Bijbel klinkt een echo van Eden:

"Aan beide zijden van de rivier stond de boom des levens, die twaalf vruchten draagt... En de bladeren van de boom zijn tot genezing van de volken."
Openbaring 22:2

De boom van het leven is daar weer zichtbaar—vrij toegankelijk voor iedereen die gewassen is in het bloed van het Lam.

Jezus zelf is de Weg terug. Wat verloren ging in Genesis, wordt hersteld in Openbaring.

Om over na te denken:

De breuk in Genesis is groot, maar Gods liefde is groter.
Hoe leef jij vandaag: in afstand of in vertrouwen? Zoek jij de Weg terug naar de boom van het leven?