Je ogen zullen opengaan

We hebben stilgestaan bij het woord kennis en het motief in het paradijs. In het verhaal van de zondeval (Genesis 3) speelt de slang in op de verlangens van het vlees: de drang naar macht (kennis) en de verleiding door voedsel. Hij wijst op ogen die zullen opengaan:
"God zegt dat alleen omdat Hij weet dat jullie aan Hem gelijk zullen zijn als je daarvan eet. Je ogen zullen opengaan en net als God zul je het onderscheid kennen tussen goed en kwaad."
— Genesis 3:5
Welke ogen gingen open?
Adam en Eva konden al fysiek zien. De uitdrukking "je ogen zullen opengaan" moet daarom niet letterlijk, maar geestelijk worden begrepen. Vóór de zondeval leefden Adam en Eva in een staat van onschuld. Ze hadden geen besef van schuld of kwaad, geen schaamte, en leefden in volledige gemeenschap met God.
Toen ze aten van de boom, veranderde hun bewustzijn. Genesis 3:7 bevestigt dit:
"Toen gingen hun ogen open en merkten zij dat zij naakt waren."
Ze kregen morele zelfkennis—een besef van goed en kwaad dat gepaard ging met schaamte, schuld en afstand. De slang had een halve waarheid gesproken: hun ogen gingen inderdaad open, maar niet op een manier die hen dichter bij het goddelijke bracht. Wat volgde was geen verheffing, maar een geestelijke val.
De geestelijke val: los van Gods leiding
Adam en Eva wilden zelf bepalen wat goed en kwaad is, los van Gods gezag. Daarmee ontstond de kern van de zonde: het losmaken van Gods leiding en het vertrouwen op eigen inzicht.
"Nu is de mens als een van Ons geworden, doordat hij het onderscheid kent tussen goed en kwaad."
— Genesis 3:22
Maar deze kennis bracht niet het leven, zoals God het bedoeld had. Integendeel, het leidde tot vervreemding, breuk met God en uiteindelijk de dood.
De geestelijke betekenis van "ogen openen"
Wat Adam en Eva ontvingen was geen goddelijke verheffing, maar het verlies van onschuld en de ingang van gebrokenheid. Hun ogen—die van het hart en de ziel—werden geopend, maar zagen nu kwetsbaarheid, angst en schaamte.
En zo komt de vraag ook naar ons toe:
Met welke ogen kijken wij vandaag?
Zijn het de fysieke ogen, gericht op begeerte, controle en zelfverheffing? Of zijn het de ogen van ons hart, afgestemd op de stem van onze Vader in de hemel?
Geestelijke ogen: Efeze 1:18
In zijn brief bidt Paulus:
"Ik bid dat uw hart verlicht mag worden zodat u zult zien waarop u hopen mag nu Hij u geroepen heeft, hoe rijk de heerlijkheid is van zijn erfenis onder de heiligen."
— Efeze 1:18 (NBV21)
Paulus spreekt over verlichte ogen van het hart. Dit zijn niet de ogen van het vlees, maar van het geloof. Wanneer wij Jezus navolgen, mogen wij opnieuw leren zien met geestelijke ogen—geleid door de Heilige Geest.
Ogen die niet zoeken naar zelfverheffing, maar naar overgave, gehoorzaamheid, en een levende relatie met God. Door de Geest worden wij opnieuw verbonden met het leven dat God vanaf het begin bedoeld had.
Vraag om over na te denken:
Waarop zijn jouw ogen gericht?
Zoek je naar kennis die controle geeft, of naar inzicht dat leidt tot overgave?